16.9.07

Vreewijk: behoud of vernieuwing

Uit het AD van 15 september 2007

Strijd om icoon Vreewijk barst los

EDWIN CORNELISSE

ROTTERDAM

Tuindorp Vreewijk wordt gewaardeerd door bewoners en geroemd door architectuurkenners. Toch dreigt sloop voor delen van het icoon waar begin vorige eeuw ‘de armoede met het dekkleed der natuur werd bemanteld’.
Wie Vreewijk wil proeven moet op ontdekkingstocht door de achterpaden. Vooral hier valt te zien waarom het tuindorp wordt bejubeld. Aan de achterpaden grenzen tuinen waar men in nieuwbouwijken alleen maar van kan dromen. Statige bomen en weelderige struiken geven onderdak aan een rijke fauna.

Het contrast met drukke verkeerswegen rondom Vreewijk kan bijna niet groter. Wie bijvoorbeeld vanaf de Bree de Klaphek inslaat, krijgt te maken met een zeer abrupte overgang van stenig stedelijk naar groen dorps. Een paar minuten verder gewandeld en men stuit op de Lede en de Langegeer, twee singels rijk omzoomd met bomen die al decennia in de Vreewijkse klei wortelen.

De architecten, bankiers en notaris die in 1913 initiatief namen tot de bouw van Vreewijk hebben een mooie erfenis achtergelaten. Op geen andere plek in ons land zijn de woningen, waarmee men begin vorige eeuw de huisvesting van de arbeiders wilde verbeteren, zo dik in het groen gezet.

De motor achter het burgerinitiatief voor Vreewijk was bankier K.P van Mandele. Hij richte samen met beroepsgenoot J. Mees, notaris Dutilh en architect Van Ravesteyn de ‘N.V. Eerste Rotterdams Tuindorp’ op. Als architecten werden H.P. Berlage De Roos en Overeijnder, Granpré-Molière en Verhagen ingeschakeld. Deze lijst met grote namen maakt meteen duidelijk waarom Vreewijk zo’n groot aanzien geniet

Het eigenlijke Vreewijk bestond uit 550 huizen. De wijk kreeg echter al snel een grotere rol toebedeeld en werd de kern van de verstedelijking op Zuid.

Het tuindorp moest een alternatief bieden voor de ziekmakende, benauwde etagewoningen in de oude stadswijken. In een Vreewijkse woning kreeg elk gezinslid een eigen slaapkamer en had lucht en licht toegang tot alle kamers.

Een gezonde woning was de oprichters echter niet genoeg. De huizen moesten in een groene omgeving staan. De aanleg van tuinen en plantsoenen genoot dan ook grote aandacht. Ter ilustratie: in 1930 had Vreewijk 70 kilometer hagen. Acht tuinlieden hadden er een dagtaak aan om alles ‘Hollands schoon en zuiver’ te houden.

Achter het vele groen in de wijk zat ook een sociale doelstelling. Het moest zorgen voor een gevoel van samenhorigheid. Het onderhoud van de particuliere tuinen moest worden gedaan door alle leden van het gezin. Die gemeenschappelijke taak zou de gezinsbanden versterken.

Het wonen in het tuindorp had ook een keerzijde. Een verhuizing naar Vreewijk betekende het inleveren van individuele vrijheid. De sociale controle was overal. Zo was de keuze voor lage bebouwing ook ingegeven door het feit dat men dan vanaf de straat goed kon zien of het huis netjes werd bewoond.

In de tussenliggende jaren hebben renovaties en sloop flink geknaagd aan de tuindorpgedachte.

En Vreewijk staat meer te wachten als het aan Com.wonen ligt. De corporatie wil 1400 huizen slopen, te beginnen met het gebied tussen Bree en Maarland.

Dit stuit op bewonersprotest bij strijdbare huurders die een sterke troef in handen hebben. Vreewijk krijgt namelijk steeds meer waardering in de wereld van stedenbouwers en architecten.

Recent zijn ook de nazaten van de grondleggers van Vreewijk in de bres gesprongen voor het behoud van het vermaarde Rotterdamse tuindorp. Vertegenwoordigers van de families Mees, Dutilh en Van der Mandele, Berlage, Granpré-Molière en Van Ravesteyn hebben aangekondigd dat ze binnen hun familiestichtingen zullen kijken wat ze voor tuindorp Vreewijk kunnen betekenen.

Ook hebben deze mensen een steunbetuiging ondertekend voor het behoud van het icoon op Zuid. „Wij willen alle partijen, en zeker Com.wonen, die behalve eigenaar van de woningen ook rentmeester is van het erfgoed van onze vaderen met nadruk verzoeken met de grootst mogelijke zorg om te gaan met dit cultuurhistorische erfgoed,’’ zo schrijven de nazaten.

De vertegenwoordigers van de invloedrijke families die begin vorige eeuw aan de wieg stonden van het tuindorp sluiten zich hierbij aan bij Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi), het Historisch Genootschap Roterodamum en de Rijksdienst voor Monumenten, die hun steun geven aan de bewoners die strijden tegen de voorgenomen sloop in Vreewijk.

De grote historische waarde van Vreewijk is echter geen garantie voor behoud. Sociaal en bouwkundig is er nog wel wat aan te merken op het tuindorp. Een bewijs hiervan is dat Vreewijk op de lijst staat van de 40 probleemwijken van minister Vogelaar (wonen, wijken, integratie).

De vraag is nu welke koers de toekomst van de wijk gaat bepalen: die van behoud of van vernieuwing.