27.8.07

Nog meer over de verkeerde keuzes van Vogelaar

Uit het Fries Dagblad van 27 augustus 2007

maandag, 27 augustus 2007, Regio
‘Prachtwijken’
‘Meer Leeuwarder wijken op lijst Vogelaar ’
De kritiek van de drie Amsterdamse onderzoekers op de selectie van minister Vogelaar is niet nieuw. Al direct na de bekendmaking van de veertig wijken was er commentaar. Waarom had Vogelaar juist die wijken gekozen en niet andere? Sommige steden vonden een gekozen wijk helemaal geen probleemwijk, sommige wijken die niet op de lijst stonden vonden zichzelf juist wél een probleemwijk. Ook in Leeuwarden zorgde de selectie aanvankelijk voor verbazing. Verantwoordelijk wethouder Sluiter had eerder een andere wijk verwacht verklaarde hij, bijvoorbeeld de Vrijheidswijk.
Leeuwarden - Minister Vogelaar heeft de veertig wijken waarin zij miljoenen wil steken om ze om te toveren in ‘prachtwijken’, verkeerd gekozen. Dat zeggen drie onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam die de totstandkoming van de lijst van veertig wijken onderzochten. Als Vogelaar betere selectiecriteria had toegepast, waren er meer wijken van Leeuwarden op de lijst gekomen.
Op dit moment staat alleen Heechterp/Schieringen op de lijst van Vogelaar. Op basis van betere criteria zouden andere wijken in Leeuwarden ook in aanmerking komen voor de miljoenensteun, zegt onderzoeker Sako Musterd in een toelichting. ,,Ik weet niet precies hoeveel of welke. Maar in Leeuwarden komen op basis van onze criteria meer wijken in aanmerking.”
‘Oude huizen; rijke wijk’
Bij het selecteren van een probleemwijk kijkt Vogelaar onder meer naar het soort huizen die er in een buurt staan. Wijken die in aanmerking komen, moeten veel kleine, oude en goedkope woningen bevatten. De onderzoekers vinden dat raar. ,,De meest welvarende wijken in Nederland bestaan uit woningen van vóór 1970. Kleine woningen in de binnenstad en kleine woningen voor oudere huishoudens vinden doorgaans gretig aftrek. Een wijk met goedkope, kleine en wat oudere woningen is ons inziens niet noodzakelijkerwijs hulpbehoevend”, zo schrijven zij in een artikel in het onafhankelijke vakblad Tijdschrift voor de Volkshuisvesting.
Een van de andere indicatoren die Vogelaar gebruikt om wijken te selecteren is verhuisbereidheid. Ook dat is geen factor die per se wijst op achterstand van de wijk, vinden de onderzoekers. ,,Een hoge verhuisfrequentie hangt in de eerste plaats samen met de levensfase waarin de huishoudens van de wijk zich bevinden. Bovendien kunnen wijken met aanzienlijke sociaal economische achterstanden juist gekenmerkt worden door een sterk saamhorigheidsgevoel en een hoge mate van naar binnen gerichtheid, waardoor de verhuisgeneigdheid er laag zal zijn.”
Het opleidingsniveau, een van de andere criteria, is wel relevant, maar verkeerd onderzocht. ,,Respondenten wordt gevraagd het aantal mensen met een lage opleiding in de straat te schatten. Wij zijn van mening dat deze meting niet voor de wijkenselectie mag worden gebruikt.” Door de wijken op de gekozen wijze te selecteren, bereikt Vogelaar slechts een klein deel van de arme wijken in Nederland, stelllen de onderzoekers.
.