5.6.08

Maken Karakus en com.wonen zich zorgen...

over hun plannen met Vreewijk. Nee, volgens dit artikel uit Trouw.

Guerrillastrijd om dorpsidylle
Rotterdam wil tuindorp Vreewijk saneren voor betere mix van arm en rijk
04-06-2008 Ruud van Haastrecht
De bewoners wonen er graag, woningcorporaties willen ervanaf. Overal is het tuindorp bedreigd. Het Rotterdamse Vreewijk wordt monument, maar dat garandeert niets.

Het is net de intocht van Sinterklaas. Cultuurminister Plasterk loopt op een hete meimiddag door Vreewijk, omstuwd door buurtactivisten, lokale politici, voorlichters en journalisten. Hij wil met eigen ogen zien waarom het tuindorp in Rotterdam-Zuid een beschermd stadsgezicht moet worden. Hier en daar stopt de minister even om over de ligusterheg een praatje te maken met een bewoner. Aan het eind van de rondwandeling spreekt Plasterk onder luid applaus van de bewoners het verlossende woord: „Ik denk dat het helder is dat dit soort stadsgezichten beschermd moeten worden. Zoveel mooie stadsgezichten hebben we niet in dit land. Dus wat we hebben, laten we dat alsjeblieft bewaren.”
Sinds 2003 is Vreewijk inzet van een guerrillastrijd tussen de bewoners en ComWonen. De Rotterdamse woningcorporatie heeft ingrijpende sloop- en nieuwbouwplannen met het vroeg-twintigste-eeuwse tuindorp, groot 6500 woningen. Binnenkort zijn de eerste 1400 woningen aan de beurt. Negentig procent moet wijken voor nieuwbouw, op ’beeldbepalende plekken’ wordt gerestaureerd of gerenoveerd. De Bewonersorganisatie Vreeswijk (BOV, spreek uit: Bof) vreest voor verdwijning van het tuindorpgevoel. Vreewijk is nu een dorpsidylle in Rotterdam-Zuid, landelijk berucht vanwege zijn grotestadsproblematiek. In het tuindorp ken je je buren nog. En wie er eenmaal woont, blijft. Tien procent van de Rotterdammers verhuist jaarlijks, in Vreewijk vijf procent. „Je wordt hier vanzelf opgenomen in de buurt”, weet Chantal Gill’ard, Tweede Kamerlid voor de PvdA, die in Vreewijk opgroeide.
Woningcorporatie ComWonen kijkt door een andere bril naar Vreewijk. In Rotterdam wonen te veel arme mensen en te weinig midden- en hogere inkomens. Vreewijk is een van de mogelijkheden in de stad om dat recht te trekken. Het tuindorp bestaat vanouds uit sociale woningbouw.
Op de plek van de gesloopte woningen wil de corporatie straks slechts twintig procent sociale huur terugbouwen, de rest wordt koop. ComWonen voert slechts uit wat de gemeente vraagt, verklaart directeur vastgoed Ben Pluijmers. Bovendien: „Een beetje meer menging kan geen kwaad. Dat is ook goed voor de middenstand.”
Volgens wethouder Karakus (wonen) zijn ’pijnlijke keuzes’ onvermijdelijk. „We moeten niet ontkennen dat er in deze wijk veel problemen zijn. Daarom is Vreewijk ook een Vogelaarwijk. Op dit moment is hier geen goede mix van arm en rijk. Hier wonen ook heel veel jonge mensen die carrière hebben gemaakt. Die willen heel graag kopen.”
ComWonen verloochent met het nieuwbouwplan zijn sociale oorsprong, vindt de BOV. „Ze zien oude woningen met lage huren en veel onderhoud. Ze dromen van nieuwe woningen met hoge huren, weinig onderhoud en op erfpacht”, zegt bestuurslid en oud-wethouder Johan Henderson die vier jaar geleden terugkeerde naar zijn geboortegrond.
De bewoners hopen dat met de aangekondigde monumentenstatus sloop van de baan is. Maar de wethouder en ComWonen zien geen enkel probleem. „We weten waaraan we nu toe zijn wat betreft het stratenplan, de groenstructuur en de bouwhoogtes”, reageert Pluijmers.
„Je moet goed luisteren naar de mensen”, zegt de minister voordat hij weer in de auto stapt terug naar Den Haag. „Het is hun buurt. Zij moeten er wonen.”
Het grootste tuindorp van Nederland
Vreewijk is het grootste tuindorp van Nederland, en een van de oudste, vertelt sociaal-geograaf Harm-Jan Korthals Altes. De bouw begon in 1916. Het oudste gedeelte bestaat uit typisch kronkelige tuindorpstraatjes, door Berlage ontworpen. „Dat zou sowieso gerestaureerd moeten worden als hommage aan die grootmeester. Het waren bovendien destijds de eerste woningen in Rotterdam-Zuid.” De rest van Vreewijk, gebouwd door architect Granpré-Molière is soberder. „De straten zijn er veel rechter dan in veel andere tuindorpen. Maar door de manier waarop het groen en de tuinen daar zijn aangelegd ontstaat er toch iets speciaals.”