31.3.07

Uit de notulen

van de gemeenteraadsvergadering van 25 januari jl.

IIb. Vragen van de heer L.P.M. de Kleijn over tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet in Vreewijk.

De VOORZITTER . Het woord is aan de heer De Kleijn.

De heer DE KLEIJN (sp). Mijnheer de voorzitter. De wijkvisie voor Vreewijk en de plannen van Com.wonen voor het tussen de Bree en het Maarland slopen van 85 woningen hebben vorig jaar tot veel onrust en verzet geleid. Een van mijn collega-raadsleden vond dat de corporatie zich daarbij zelfs autistisch heeft gedragen. De bewoners van de desbetreffende woningen zijn vooral boos omdat Com.wonen al begon met uitplaatsen terwijl van een wijkvisie, laat staan van een uitvoeringsplan, nog geen sprake was. De corporatie maakte bij het uitplaatsen gebruik van een vergunning voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet. Deze vergunning werd in oktober vorig jaar door de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting voor het gehele blok woningen verleend. Dat gebeurde, zo hebben wij geconstateerd, op onrechtmatige gronden. De wet vereist namelijk dat de woningen leegstaan - waarvan geen sprake was - en de eigenaar een redelijke termijn kan aangeven waarop de sloop zal plaatsvinden. Omdat er nog steeds geen concrete plannen zijn, kan Com.wonen een dergelijke termijn onmogelijk aangeven. In de commissievergadering van 10 januari heeft wethouder Karakus laten weten dat Com.wonen van de vergunning voor tijdelijke verhuur geen gebruik zal maken. Dat zou hem door de corporatie zijn toegezegd. Mijn verbazing was dan ook groot toen ik de vorige week een tijdelijke huurovereenkomst op grond van artikel 15 van de Leegstandswet voor een van de betrokken woningen aan het Maarland onder ogen kreeg. Het ging hierbij ook nog eens om een overeenkomst die was ondertekend op 10 januari. Mijn vragen zijn de volgende.1. Hoe is het mogelijk dat Com.wonen aan de wethouder heeft beloofd geen gebruik te zullen maken van de ten onrechte verleende vergunning en op dezelfde dag precies het tegenovergestelde gebeurt?2. Bent u bereid met de directie van Com.wonen opnieuw over deze gang van zaken te spreken, met als uitgangspunt dat Com.wonen zich zal houden aan de afspraken die zij met de gemeente en de bewoners heeft gemaakt in plaats van steeds maar weer de eigen zin door te drijven?3. Bent u met mij van mening dat de bedoelde huurovereenkomst omgezet dient te worden in een normaal huurcontract?4. Bent u het met mij eens dat ook de overige leegstaande woningen in het bedoelde blok van 85 woningen zo snel mogelijk weer op een normale manier op de woningmarkt aangeboden moeten worden?

De heer KARAKUS (pvda) (wethouder). Mijnheer de voorzitter. In de commissie hebben wij over dit punt inderdaad uitvoerig gediscussieerd. Ik heb daarbij gezegd dat ik met Com.wonen de afspraak heb gemaakt dat men van de vergunning in elk geval geen gebruik zal maken. Ook heb ik gezegd dat wij geen discussie moeten voeren over de vraag of de vergunning wel of niet terecht is verleend. Het is namelijk niet aan ons dat te beoordelen. Wij hebben ons op het standpunt gesteld dat in de geest van de wet gehandeld dient te worden, omdat de praktijk anders heel lastig zal worden en hebben met elkaar afgesproken, dat ik de discussie hierover in de commissie zal voortzetten op basis van een kaderstellende notitie.Daarnaast heb ik aangegeven dat Com.wonen de belofte heeft gedaan, en ik met Com.wonen de afspraak heb gemaakt, dat zij de lopende zaken zal afwikkelen en wij binnenkort met Com.wonen zullen bespreken hoe wij leegstand kunnen voorkomen. Dit laatste is namelijk ook mijn zorg. Dit alles is in de commissie besproken en sindsdien is in de situatie niets gewijzigd. Com.wonen houdt zich keurig aan de afspraak die wij in de ochtend van 10 januari, voorafgaand aan de commissievergadering, hebben gemaakt. Diezelfde dag is echter ook het contract getekend met een cliënt van Com.wonen met wie reeds afspraken waren gemaakt. Daarna heeft Com.wonen van de vergunning geen gebruik meer gemaakt.

De heer DE KLEIJN (sp). Dit alles gaat mij boven mijn pet. Ik begrijp er helemaal niets van. In eerste instantie is toegezegd dat geen gebruik zal worden gemaakt van de vergunning, maar vervolgens gebeurt dat toch. De vraag is dus of ík gek ben of dat wellicht iemand anders dat is. Ik kan dan ook niet anders dan tot een geheel andere conclusie komen, namelijk dat Com.wonen zich niet aan de afspraken houdt. Com.wonen gaat in dit geval gewoon haar eigen gang. Overigens heb ik vandaag vernomen dat ook een tweede woning op precies dezelfde manier, dus in het kader van dezelfde wet, werd verhuurd. Misschien moet ik hierop een andere manier terugkomen, wellicht in de vorm van een motie, maar vooralsnog moet ik concluderen dat ik hiermee helemaal niets kan.


De heer KARAKUS (pvda) (wethouder). Mijnheer de voorzitter. Ik snap niet waarom de heer De Kleijn het niet snapt. Ik heb uitgelegd wat wij in de commissie hebben besproken en ben daarbij naar mijn mening voldoende duidelijk geweest. Vlak voor de vergadering van de commissie heeft de heer De Kleijn mij per brief laten weten dat hij over deze zaak vragen had en de inhoud daarvan vond ik terecht. Ik heb daarop Com.wonen telefonisch laten weten dat de gemeente de vergunning heeft verstrekt - of dat terecht of ten onrechte is gebeurd laat ik in het midden - en de vergunning niet kan intrekken. Tevens heb ik Com.wonen de vraag voorgelegd of men, in het kader van de ontwikkeling van de wijkvisie waarbij de bewoners, Com.wonen en de deelgemeente zijn betrokken, bereid is geen gebruik te maken van de verstrekte vergunning. Het antwoord daarop was ‘ja’, men wil deze ontwikkeling namelijk niet verstoren. De vraag van Com.wonen was vervolgens wat men met de leegstand aan moet. Ik heb geantwoord dat wij binnenkort voor een gesprek hierover met elkaar om de tafel zullen gaan zitten, met het doel hierover tot afspraken te komen. Dit heb ik vervolgens in de commissie medegedeeld, waarbij ik heb aangegeven dat ik mij kan voorstellen dat Com.wonen de lopende zaken wil afwikkelen. De tijdelijke verhuur is daarvan een uitvloeisel. Com.wonen houdt zich keurig aan deze afspraak.

De VOORZITTER . Ik constateer dat wij dit punt hebben behandeld.